´Mevrouw, ik ben een plant! Maar ik vind mezelf helemaal geen plant!´ We zitten middenin een les over samenwerken en de teamrollen van Belbin als deze kreet van een student klinkt. Ze heeft kort daarvoor een testje ingevuld om erachter te komen welke teamrol het beste bij haar past. De test is gebaseerd op de theorie van Belbin, die stelt dat mensen in teams verschillende rollen aannemen. De balans tussen die rollen bepaalt vervolgens het succes van het team. Hier horen negen welomschreven teamrollen bij, waaronder de plant. Een plant wordt door Belbin kort gezegd gekenmerkt als een vernieuwer, een verzinner en creatieve denker, die het liefst op afstand van het team werkt.

Mijn student weigert zich echter te identificeren met dit beeld. Dus gaan we erover in gesprek. Wat herkent ze vooral niet? Wat misschien wel? Welke rol past nog meer bij haar? Een test is tenslotte niet zaligmakend. Zo komen we erachter dat ze zichzelf meer een vormer vindt. Tevreden gaat ze weer aan de slag. Haar lichte verbijstering heeft me echter wel aan het denken gezet. Welke rol heb ik op dit moment zelf eigenlijk? Ik doe het testje tenslotte niet elke keer opnieuw. Ik ben toch niet ook een plant, terwijl ik mezelf helemaal geen plant vind?

Er zit maar één ding op: ik ga de test weer invullen. Zodra ik thuis ben, installeer ik me achter mijn laptop. Er volgen steeds twee persoonlijkheidskenmerken, waarvan ik moet aangeven welke het beste bij mij past. Ben ik eerder praktisch of kritisch, ordelijk of communicatief? Enzovoort. Tot de uitslag volgt. Met een lichte spanning wacht ik hoe de pagina laadt. Dan staat er: de meeste punten gaf je aan de rol Voorzitter, daarna aan de rol Plant. Ik kan een lichte glimlach niet onderdrukken. Toch klopt het. Ik besef dat ik eigenlijk niet heel duidelijk in een team werk. Ik heb veel fijne collega´s en hoor ook bij een team, maar mijn dagelijkse werk bestaat uit een heleboel verschillende teams: mijn klassen! Daar past de rol van de voorzitter (zie foto) perfect bij. De plant eigenlijk ook wel. Aan mij de taak om mijn teamleden in beeld te hebben of om erover met ze in gesprek te gaan. Een klas planten geef je heel anders les dan een gemengde klas. Dat lijkt me een mooi onderwerp voor een volgende les. Al was het maar om zeker te weten dat ik geen mensen als plant behandel, die zichzelf helemaal geen plant vinden.

Bronnen: Groot Psychologisch Modellenboek (a. van der Horst e.a.), 123test.nl