Spel(l)ing


´Spellingsniveau studenten dramatisch´, ´Taalniveau hbo-student laag´.

Deze koppen kwam ik laatst tegen in het nieuws. Als docent en liefhebber van de Nederlandse taal lees ik daar niet zo snel overheen. Het kwam zelfs binnen. Hoewel? Eigenlijk wist ik het al. Want dat is misschien nog het ergste: het is waar; het is ontzettend waar. Ik zit soms met verbazing naar mijn scherm te staren als ik een verslag open om na te kijken. Een kleine greep: hij verteld, hij wilt, ik heb het aan me klasgenoot gevraagd, hun willen of die meisje. Dat zijn dan de overduidelijke fouten. Op een mooie tweede plek staan de onjuist gekozen werkwoorden of verkeerd gebruikte komma´s, waardoor een zin ineens iets heel anders betekent dan de bedoeling was.

Het lijkt wel of studenten amper les hebben gehad als het om schrijven gaat. Waar is het goede oude fokschaap gebleven? Of de truc om het werkwoord ´lopen´ te gebruiken om uit te vinden of ergens wel of geen t achter moet. Als ik loop, dan word ik ook. Als hij loopt, wordt hij. Zoiets. Misschien hebben studenten het wel geleerd, maar zijn ze onvoldoende gecorrigeerd. Dan is er nog hoop. Dan kan ik nog iets betekenen. Verbeteren! Nu is het op mijn werk de regel dat er niet meer dan drie spelfouten op drie pagina´s mogen zitten. Anders wordt er niet nagekeken. Duidelijk. Maar tegelijk een probleem. Want als ik me aan die regel houd, hoef ik geen enkel verslag meer na te kijken. Er is weinig spel(l)ing. Dus zoek ik de middenweg: ik geef een onvoldoende op spelling, maar geef wel feedback en laat ze hun tweede kans benutten om zowel spelling als inhoud te verbeteren. Met sputterende studenten als gevolg. Ze vinden het streng. Ze vinden dat het om de inhoud gaat en dat iedereen begrijpt wat ´ik wordt´ betekent dus dat het dan niet uitmaakt of het goed of fout geschreven is. Ik weet niet wat ik daar van vind, met een d. Ergens hebben ze gelijk. Toch? Als ik les geef over klinische psychologie, geef ik geen cursus Nederlands. Maar is (juist) schrijven van woorden niet ook een manier om iets van jezelf te laten zien? Niemand neemt mij serieus als ik een sollicitatiebrief schrijf waarin staat dat het ´me passie´ is om drama in te zetten om anderen te inspireren. Tenzij we massaal besluiten dat het alleen maar om de boodschap gaat. Bewuste verloedering van de taal, zeg maar. Ik zou het jammer vinden. Dus blijf ik studenten stimuleren. In de hoop dat het ooit nog wat word. Eh, wordt.