Van een huis naar een thuis


Afgelopen weekend ben ik verhuisd. Van een huurhuis naar een koophuis, eenvan-een-huis-naar-een-thuis paar straten verderop. Wat is dat wennen! In de roes van alle voorbereidingen, het klussen en het verhuizen zelf, heb ik gek genoeg onvoldoende beseft dat ik ook daadwerkelijk in dat huis zou gaan wonen. Nu woon ik er en voel ik me toch een beetje ontheemd. Tijdens het maken van mijn ontbijt, staar ik naar de kast die ik net geopend heb. Waar zou het pak havermout zijn, vraag ik me af. Na lang zoeken, vind ik het in een ander kastje. Geen logische plek. Mijn routine verstoord. Ook op andere momenten ben ik regelmatig dingen kwijt. Mijn oorbellen, die ene broek, dat andere boek. Vast in een doos. Of wederom op een plek waar ik het niet verwacht. Wat bijzonder hoe ik me aan mijn vorige huis gehecht heb en hoe ik kennelijk tijd nodig heb om ook dit huis te gaan ervaren als een thuis. Terwijl ik dat constateer, denk ik aan Rosa*.

Rosa zit dit schooljaar bij mij in de klas. Zij is dit jaar ook verhuisd. In alle volledigheid. Ze komt oorspronkelijk van Curaçao en is speciaal voor haar studie naar Nederland gekomen. Als ik het al moeilijk heb met een paar straten verderop, hoe moet het dan voor haar zijn? We hebben het samen best regelmatig over deze vraag gehad. ‘Hoe gaat het in het koude Nederland?’, vroeg ik dan. Meestal twinkelden haar ogen als ze antwoord gaf, met haar mooie Curaçaose tongval: ‘Het gaat goed hoor, ik wil deze studie heel graag halen!’ Zodra ik wat meer doorvroeg, zag ik toch een beetje verdriet door de twinkeling heen. Ze mist haar land, haar ouders, het eten, de cultuur. Eigenlijk alles wat haar land tot een thuis maakt. Tot nu toe vond ik dat logisch en ging verder tot de orde van de dag.

Sinds deze week, met mijn eigen ervaring vers op mijn netvlies, doorleef ik haar antwoord beter. Ik probeer me voor te stellen hoe ze op haar kamer zit, in een land wat zo anders is dan ze gewend is. Ook zij heeft nieuwe routines ontwikkeld en probeert haar draai te vinden. Direct weet ik dat ik haar nog vaker wil vragen hoe het met haar gaat. Ook op school mag ze zich thuis voelen. Als ik daar ook maar een klein beetje aan kan bijdragen, doe ik het heel graag! Daar ben ik docent voor.

* Rosa heet in werkelijkheid anders