Een praatje met een vreemde. Nog wel van deze tijd?

 

 ‘In de trein zit (bijna) iedereen naar het telefoonscherm te staren of luistert naar muziek. Tijdens groepslessen in de sportschool komen de meesten voor hun eigen zweet. Is contact maken met een vreemde nog van deze tijd?’

 

10-5-17

Op een terras voor het station zit een student. Ik ken hem niet. Hij drinkt een kopje koffie, in de zon. Op hetzelfde terras bevindt zich een oudere man, met een rollator. Er is geen contact. Tot de oudere man bij vertrek opeens een gesprek begint met de student: ‘Altijd lekker hè, een kopje koffie?’, zegt hij vriendelijk. Ik zie dat de student schrikt. Hij schuifelt ietwat twijfelend heen en weer op zijn stoel. De man wacht rustig op antwoord. Als het even duurt herhaalt hij zijn vraag. ‘Eh, ja, eh, zeker’, hakkelt de student vervolgens. Wat hij er ook van vindt, het wordt in elk geval duidelijk dat dit geen situatie is die hij vaak meemaakt. Aangesproken worden door een vreemde terwijl je gewoon met jezelf op een terras zit. Super ongemakkelijk. Of toch niet?

 

Persoonskenmerken

Terwijl ik verder loop, denk ik er nog even over na. Er kan natuurlijk sprake zijn van een sociaal onhandige student. Eén die sowieso niet weet hoe je soepel een praatje maakt. Die bestaan vast. Of hij was met zijn gedachten heel ergens anders. Genoeg persoonskenmerken of omstandigheden die een rol kunnen spelen. 

 

Contact met een vreemde

Door de lessen sociale psychologie die ik vanaf deze week geef, weiger ik echter om deze verklaring al te makkelijk aan te nemen. Ik ben me er te veel van bewust dat het gedrag van mensen wordt beïnvloed door de (denkbeeldeige) aanwezigheid van anderen. Bovendien valt het me wel vaker op dat het tegenwoordig niet heel gebruikelijk is om  contact te maken met een vreemde. In de trein zit (bijna) iedereen naar het telefoonscherm te staren of naar muziek te luisteren. Tijdens groepslessen in de sportschool komen de meesten gewoon voor hun eigen zweet. Zo zijn er nog meer plekken te bedenken waar contact best mogelijk is en toch uitblijft. Of als hoogst ongepast wordt ervaren. Ok, soms is dat ook zo. Ik bespreek in de wachtkamer van de dokter ook liever niet met alle aanwezigen waarom ik daar zit en hoe lang ik de klachten al heb. Maar op veel andere momenten kan het best. Of mag het ongemak uitblijven. Wat houdt ons tegen? Is het iets van deze tijd? Speelt het onder studenten meer dan onder oudere mensen? Worden we te individualistisch? Als het kon, had ik het aan de student met de koffie gevraagd. Of aan de meneer met de rollator. Te laat. Wederom ongemakkelijk ook. Dus neem ik het mee naar de generatie van de toekomst: mijn studenten. Perfect onderwerp voor de volgende les sociale psychologie. Daar zitten we nooit om een praatje verlegen.

Afbeelding: pixabay.com