‘Terwijl ik ze zo met elkaar zie en hoor praten, weet ik weer wat er belangrijk is in het kader van verdraagzaamheid. Is dat niet de volgende generatie die leert om in gesprek te blijven, om elkaar te begrijpen en om elkaar te zien vanuit gelijkheid?’
8-3-17
Ik zit met een probleem, wat de laatste tijd steeds meer op de voorgrond komt: er zijn te vaak momenten dat ik de mensheid niet meer begrijp. Gisteravond fietste ik van de sportschool naar huis. Keurig met licht aan, in een smal straatje, uiteraard zoveel mogelijk aan de rechterkant van de weg. Opeens hoorde ik een auto achter me, waaruit iemand heel hard door het raampje schreeuwde: ‘Hé, ga eens aan de kant joh, domme zebra (daarmee doelend op mijn ultra hippe streepjes sportbroek).’ Voor ik goed en wel besefte dat dit toch echt voor mij bedoeld was, klonk er luid getoeter. Waarom? Wat maakt dat iemand die mij helemaal niet kent zo tegen mij doet, zonder directe aanleiding ? Vergelijkbaar zijn voorvallen waarin ik zie dat onbekenden elkaar uitschelden of enorm boos worden, omdat ze kennelijk het idee hebben dat hen onrecht wordt aangedaan. Waarom zijn we niet wat verdraagzamer? We zijn tenslotte allemaal mensen, in de basis gewoon gelijk. Niemand is geboren met een sticker op zijn hoofd dat hij meer waard is dan een ander of dat hij belangrijker is. In het verkiezingsdebat wat gaande is, komt het ook volop terug: normen en waarden, respect, ‘normaal’ doen. Stemmen! Kan de politiek het tij keren? Ik twijfel.
Studenten en stemmen
Gelukkig zijn daar altijd weer mijn studenten die hoop geven. In gesprek met hen over de verkiezingen, blijkt dat de grote meerderheid gaat stemmen. ‘Ik heb het recht; in andere landen is dat er niet eens, dus wil ik mijn recht gebruiken’, noemt er een. ‘Als je niet gaat stemmen, mag je ook niet zeuren,’ zegt een ander. Het is de enige manier om iets te veranderen, wordt ook veel genoemd. Allemaal zijn ze oprecht betrokken. Stemwijzers worden ingevuld, de gesprekken over partijprogramma’s komen sneller op gang dan menig ander gesprek binnen de les en argumenten worden vurig uitgewisseld. Zorg vinden ze belangrijk. Er moet meer tijd komen om echt naar elkaar om te zien. Ook het klimaat heeft aandacht. En uiteraard onderwijs en de studiefinanciering. Een beetje eigenbelang kan geen kwaad.
Terwijl ik ze zo met elkaar zie en hoor praten, weet ik weer wat er belangrijk is in het kader van verdraagzaamheid. Is dat niet de volgende generatie die leert om in gesprek te blijven, om elkaar te begrijpen en om elkaar te zien vanuit gelijkheid? Een taak voor ouders en docenten? De politiek gaat het in elk geval niet direct voor ons doen. De verkiezingen kunnen het gesprek natuurlijk wel stimuleren. Zo komt alles weer samen; net als de streepjes van mijn ‘ultra hippe zebra sportbroek’.